Iedere jongen of een meisje heeft wel een idool waar hij of zij naar op kijkt. In mijn tijd - wat klink ik als een oude zak - waren dat 'The A-Team', 'Mission Impossible' en 'MacGyver', waarvan in 2013 naar verluidt een nieuwe speelfilm zal uitkomen. Onder het motto "Alles komt terug" kan ik Urbanus aan dit lijstje toevoegen. Hij was de komiek die via zijn films, sketches en strips mijn lachspieren met een paar centimeter terminaal heeft uitgerokken. Wie was ik om nee te zeggen tegen zijn optreden in het Sportpaleis?
Urbanus maakte zijn opwachting op het podium met zijn bekende wortelhoed en een oranje kostuum met stippen. Het recept dat hij vervolgens voorschotelde was muziek afgewisseld met korte sketches en daar wrong voor mij wel het schoentje. Er ontbrak een echte rode draad door al zijn sketches en het leek bovendien of hij tien grappen moest vertellen om de zaal hoogstens drie keer echt aan het lachen te krijgen. Zijn ROL (Return on Laugh) was volgens mij vroeger hoger en veel intenser. Misschien lag dat ook wel aan de ruimte. Het Sportpaleis is nu eenmaal een grote graanschuur waar je moeilijk enige vorm van gezelligheid in kunt brengen. Toen ik deze ochtend de kranten doornam las ik alleen positieve commentaren en ook op Twitter en consoorten las ik bijna uitsluitend lovende woorden alsof de messias van de humor terug naar zijn stal (met bijhorend bakske vol met stro) was teruggekeerd. De Standaard is misschien één van de weinige kranten die mijns inziens de nagel op de kop slaat [artikel]. Ik wil persoonlijk voornamelijk de Urbanus herinneren die in 1987 Hector en drie jaar later Koko Flanel in de zalen bracht. Zijn recente zaalshow "Urbanus Zelf" wil ik hooguit als een voetnoot in zijn biografie lezen.
Urbanus maakte zijn opwachting op het podium met zijn bekende wortelhoed en een oranje kostuum met stippen. Het recept dat hij vervolgens voorschotelde was muziek afgewisseld met korte sketches en daar wrong voor mij wel het schoentje. Er ontbrak een echte rode draad door al zijn sketches en het leek bovendien of hij tien grappen moest vertellen om de zaal hoogstens drie keer echt aan het lachen te krijgen. Zijn ROL (Return on Laugh) was volgens mij vroeger hoger en veel intenser. Misschien lag dat ook wel aan de ruimte. Het Sportpaleis is nu eenmaal een grote graanschuur waar je moeilijk enige vorm van gezelligheid in kunt brengen. Toen ik deze ochtend de kranten doornam las ik alleen positieve commentaren en ook op Twitter en consoorten las ik bijna uitsluitend lovende woorden alsof de messias van de humor terug naar zijn stal (met bijhorend bakske vol met stro) was teruggekeerd. De Standaard is misschien één van de weinige kranten die mijns inziens de nagel op de kop slaat [artikel]. Ik wil persoonlijk voornamelijk de Urbanus herinneren die in 1987 Hector en drie jaar later Koko Flanel in de zalen bracht. Zijn recente zaalshow "Urbanus Zelf" wil ik hooguit als een voetnoot in zijn biografie lezen.
Reacties
Een reactie posten