Indien ik vandaag een teletijdsmachine zou hebben en terugkeerde naar de jaren '70, wat zou ik dan zeggen? Indien ik dan zou beweren dat er een virtual revolution op de mensheid zou afkomen, zou ik vermoedelijk de herinvoering van de guillotine op mijn hals halen of toch tenminste de stempel insane op mijn achterwerk gebrand krijgen. Het is immers bijna ongeloofwaardig welke nieuwe revolutie we hebben doorstaan. We zijn er ingerold zonder er echt stil bij te staan. Reden genoeg voor de BBC om er een vierdelige reeks aan te wijden onder de titel: The Virtual Revolution. Canvas zond gisteren de eerste aflevering uit. De opbouw van de eerste aflevering van “virtual revolution” zat mijns inziens goed in elkaar. Ik onthoud uit deze eerste uitzending voornamelijk hoe de goede intenties van gelijkheid misschien nog meer ongelijkheid veroorzaken.
Liberté, égalité, Fraternité of the internet?
Het internet vindt zijn wortels volgens sommigen in het hippie-tijdperk terug waarbij tegen de schenen van de gevestigde autoriteiten werd geschopt. Een nieuwe orde waarbij iedereen op gelijke voet samenleefde was de ultieme droom. Het was in deze potgrond dat de filosofie van het internet werd geplant. Doorheen de jaren is het een reuzenboom geworden met ontelbare takken. In theorie heeft iedereen toegang tot het web en kan iedereen content plaatsen. Het ligt – ondanks de goede voornemens – vermoedelijk in de aard van het menselijk beestje dat macht, geld en ongelijkheid een triumviraat is dat al eeuwen onverroest meegaat. Microsoftoprichter Bill Gates begreep niks van de gratis-softwarepolicy in de beginjaren van het internet en begon zijn Internet Explorer-pakket tegen betaling door het figuurlijke computerstrot te rammen van de consument, tegen betaling en zonder alternatief. Vele rechtzaken later is er wel concurrentie, maar Microsoft blijft met zijn Internet Explorer nog steeds de grootste. Op het internet vind je daarnaast misschien verschillende online boekenwinkels, zoekmachines en netwerksites, maar de skepter wordt toch gezwaaid door slechts een handvol bekende merken als Ebay, Google en Facebook. Wikipedia is misschien nog het mooiste voorbeeld hoe de goede intenties van “liberté, égalité en fraternité” niet konden ontsnappen aan de menselijke hiërarchische structuren. Dat gaf de oprichter van Wikipedia ook zelf volmondig toe in de reportage. Volledige democratie is slechts een utopie. Er zijn steeds mensen nodig die beslissen en optreden als gatekeepers.
Ik denk persoonlijk dat de theorie van de Franse socioloog Pierre Bourdieu op heel de reportage goed van toepassing is. Er zal steeds een machtsstrijd zijn tussen burgers, of dit nu in de reële wereld of virtuele wereld is. Hoe je het draait of keert zal er steeds kapitaal om het hoekje komen kijken. Wie heeft het geld om de snelste servers te betalen, Google Adwords te plaatsen,copywriters met goede seo-kennis te betalen, netwerken uit te bouwen,etc. Het zijn maar enkele voorbeelden hoe de droom van de utopische gelijkheid nooit verwezenlijkt kan worden. Misschien moet ik dezelfde teletijdsmachine nemen waarover ik in het begin sprak en naar de toekomst reizen. Gewoon uit nieuwsgierigheid om te zien wat er nog op ons zal afkomen. Het is goed mogelijk dat het internet dan niet meer bestaat en dan heb ik dit blogje helaas voor niks geschreven.
Liberté, égalité, Fraternité of the internet?
Het internet vindt zijn wortels volgens sommigen in het hippie-tijdperk terug waarbij tegen de schenen van de gevestigde autoriteiten werd geschopt. Een nieuwe orde waarbij iedereen op gelijke voet samenleefde was de ultieme droom. Het was in deze potgrond dat de filosofie van het internet werd geplant. Doorheen de jaren is het een reuzenboom geworden met ontelbare takken. In theorie heeft iedereen toegang tot het web en kan iedereen content plaatsen. Het ligt – ondanks de goede voornemens – vermoedelijk in de aard van het menselijk beestje dat macht, geld en ongelijkheid een triumviraat is dat al eeuwen onverroest meegaat. Microsoftoprichter Bill Gates begreep niks van de gratis-softwarepolicy in de beginjaren van het internet en begon zijn Internet Explorer-pakket tegen betaling door het figuurlijke computerstrot te rammen van de consument, tegen betaling en zonder alternatief. Vele rechtzaken later is er wel concurrentie, maar Microsoft blijft met zijn Internet Explorer nog steeds de grootste. Op het internet vind je daarnaast misschien verschillende online boekenwinkels, zoekmachines en netwerksites, maar de skepter wordt toch gezwaaid door slechts een handvol bekende merken als Ebay, Google en Facebook. Wikipedia is misschien nog het mooiste voorbeeld hoe de goede intenties van “liberté, égalité en fraternité” niet konden ontsnappen aan de menselijke hiërarchische structuren. Dat gaf de oprichter van Wikipedia ook zelf volmondig toe in de reportage. Volledige democratie is slechts een utopie. Er zijn steeds mensen nodig die beslissen en optreden als gatekeepers.
Ik denk persoonlijk dat de theorie van de Franse socioloog Pierre Bourdieu op heel de reportage goed van toepassing is. Er zal steeds een machtsstrijd zijn tussen burgers, of dit nu in de reële wereld of virtuele wereld is. Hoe je het draait of keert zal er steeds kapitaal om het hoekje komen kijken. Wie heeft het geld om de snelste servers te betalen, Google Adwords te plaatsen,copywriters met goede seo-kennis te betalen, netwerken uit te bouwen,etc. Het zijn maar enkele voorbeelden hoe de droom van de utopische gelijkheid nooit verwezenlijkt kan worden. Misschien moet ik dezelfde teletijdsmachine nemen waarover ik in het begin sprak en naar de toekomst reizen. Gewoon uit nieuwsgierigheid om te zien wat er nog op ons zal afkomen. Het is goed mogelijk dat het internet dan niet meer bestaat en dan heb ik dit blogje helaas voor niks geschreven.
Interessante post Mathieu! Kan er mij wel in vinden.
BeantwoordenVerwijderen